Altijd bezig. Dat is wat opvalt als je Gerrit en Maria de Koning hoort praten. Onderwerp van gesprek: terugblikken op 20 jaar Koning Koudetechniek. In 2002 opgestart door Gerrit, met Maria op de administratie. In 2018 ging het bedrijf officieel over naar Marc en Geert, de twee zonen van Gerrit en Maria. Of Gerrit en Maria het vanaf die tijd rustiger aan gingen doen? Dat niet, dat zit nou eenmaal niet in hun karakter. Of, zoals ze het zelf zeggen: ‘wij denken dat we altijd alles zelf moeten doen’. Maar het werd wel anders, ‘we moeten niks meer’. Lees hier hoe Gerrit en Maria terug- en ook een beetje vooruitkijken.
Een eigen bedrijf, dat wilden jullie altijd al?
‘Het idee om voor mezelf te beginnen, daar liep ik al een hele tijd mee rond’, vertelt Gerrit. ‘Maar wanneer is het de juiste tijd daarvoor? Vanaf mijn 21e werk ik al in de koeltechniek. Ik ben begonnen bij de Smeva in Valkenwaard, daarna 10 jaar bij de Limburgse Koelindustrie waar ik de storingen én aan klantenbinding deed. In 1997 waagde ik de sprong en begon ik samen met een compagnon, een eigen bedrijf onder de naam B&K Koudetechniek.’
‘En ik zorgde ervoor dat ik mijn basiskennis boekhouden haalde, zodat ik kon ondersteunen, indien nodig’, zegt Maria. Die kennis kwam van pas toen Gerrit en zijn compagnon besloten uit elkaar te gaan en Gerrit in 2002 voor zichzelf begon in Bakel. Zo werd Koning Koudetechniek 20 jaar geleden geboren. ‘In de huidige Jumbo aan de Auerschootseweg. Samen met twee monteurs en Maria op de administratie, startten we op. Een hele drukke tijd’, aldus Gerrit. ‘En niet alleen op de zaak,’ vult Maria aan. ‘Thuis hadden we drie opgroeiende kinderen die natuurlijk ook aandacht nodig hadden. Het was echt schipperen tussen thuis en het bedrijf. Daar moest ik in het begin wel mijn weg in vinden.’
En de groei, die kwam vanzelf?
‘Nou, vanzelf zeker niet, het was wel aanpoten. Vooral zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Ons bedrijf is van begin af aan in groei geweest, tot de dag van vandaag,’ zegt Gerrit. ’Toen ik in 2002 begon had ik vanuit mijn ‘storingenverleden’ al een goede band met de retailers zelf. Zij praatten onder mekaar en zeiden ‘Dan moet je de Koning vragen, die kunnen dat’. Best een uitdaging in het begin, toen we nog niet zoveel personeel hadden. Maar ik ‘ritselde’ wel weer wat: een oud-collega of iemand die ik kende. Zo werd ons bedrijf groter. Letterlijk ook, want we verhuisden van de Auerschootseweg naar het industrieterrein en ook daar zijn we weer uitgebreid.’ ‘We hebben inmiddels behoorlijk wat ervaring met verbouwingen, zowel zakelijk als privé. En wij menen ook altijd dat we altijd alles zelf moeten doen,’ vult Maria aan.
En de jongens erbij, hoe kwam dat zo?
‘Ja, zij zijn van begin af aan betrokken geweest’, zegt Gerrit. ‘Marc zat tijdens zijn studie hier al ’s avonds offertes te maken. Geert wat meer op de werkvloer. Als er meubels geschuurd of gespoten moesten worden, ze waren altijd bezig. Marc en Geert hebben ook altijd voor ogen gehouden dat het bedrijf kan groeien, daar sturen ze ook op. Vooroplopen, niet bang zijn om nieuwe dingen uit te proberen. Alle stappen hebben we altijd in overleg gedaan. We delen wat we lezen in vakbladen, wat we horen als we mensen spreken op openingen. En we hebben met enige regelmaat overleg, daarin wordt veel beslist. Als we iets willen weten of er plopt ’s avonds nog een goed idee op: dan delen we dit direct met elkaar. En er komt altijd antwoord.’
‘Ja, het bedrijf is echt gegroeid door onze jongens’ zegt Maria. ‘En met onze jongens, bedoel ik ze alle drie: Marc, Geert en dochter Marlijn. Hoeveel energie en tijd zij in het bedrijf stoppen. Dat is ongekend.’ ‘Klopt’, zegt Gerrit, ‘nooit is iets te veel, ze zijn altijd bezig. Daarin zijn de kinderen en ik precies hetzelfde: we doen alles om de klant tevreden te laten zijn. Dat geldt ook voor ons personeel. Het karakter van ons bedrijf bepaalt mede het succes. Ik hoor altijd als ik ergens kom: wat hebben jullie goed personeel. Hoe dat komt? ‘Dat moet je Marc en Geert vragen’, zegt Maria. ‘Ik denk dat het komt door hoe ze met de mensen omgaan. Ze staan er nooit boven, lopen net zo hard als iedereen, dat wordt gezien. Ze hebben echt aandacht voor hun personeel.’
Aha, de Koning Familie
‘Precies,’ zegt Gerrit. ‘Dat familiegevoel, dat zit er bij ons gewoon in. We willen weten hoe het met onze medewerkers gaat. Niet alleen op het werk, maar ook thuis. Ook nu het bedrijf groter is. Daar steken onze kinderen echt veel energie in. Ze willen dat de mensen het hier naar de zin hebben, ze mogen doorleren, zich ontwikkelen. We hebben zelfs onze eigen opleidingsruimte. De aandacht die we voor ons personeel hebben, hebben we ook voor onze klanten. Vroeger ging ik naar iedere opening. Ik was net een cabaretier: van je werkbroek, hup in de douche, in je nette pak naar de opening en bij thuiskomst weer omkleden en vlug aan het werk. Relaties onderhouden is belangrijk; zowel in je werk als familie.’
Bijzonder is ook dat alle kinderen én hun partners in het bedrijf werken
‘Ja,’ zegt Maria, ‘dat horen we vaak. Dat was zeker geen vooropgezet plan, dat is zo gegroeid. Ieder heeft zijn eigen taak in het bedrijf. En het mooie is, er is nog nooit een onvertogen woord gevallen. Dat ze allemaal zo betrokken zijn, altijd klaarstaan, de aanhang Linda, Leonie en John ook, en het zo goed kunnen vinden samen. Dat is zo speciaal, dat heb je niet voor het uitkiezen.’
Wat hopen jullie voor de toekomst?
‘Dat het zo blijft, dat ze de groei in de hand blijven houden en de goede keuzes blijven maken. Daar mag ik af en toe gelukkig nog in meedenken,’ lacht Gerrit. ‘En dat ze het een keer wat rustiger krijgen, want ik zie dat ze het nu net zo druk hebben als wij toen.’ ‘Ja, ik hoop dat ze het ooit zo goed krijgen als wij nu. Wij zijn nog steeds druk, maar anders. We moeten niks meer,’ vult Maria aan. ‘We hebben een rijk sociaal leven, een grote familie, veel vrienden, we golfen en we passen heel graag op onze kleinkinderen. We zijn natuurlijk supertrots op ons bedrijf, maar zeker zo trots op onze familie. Dat het goed gaat met de gezinnen en aanhang, dat is het allerbelangrijkst.’